Voordrachten in 2010
Door te klikken op de datum in onderstaande tabel wordt u naar de samenvatting van de betreffende lezing geleid.
Indien beschikbaar, vindt u daar ook een hyperlink om de presentatie te downloaden.
....Datum.... | Onderwerp | Spreker |
---|---|---|
14-01-10 | De eigenschappen en het ontstaan van ons zonnestelsel | Dr. Rien Dijkstra |
25-02-10 | Accreterende neutronensterren en zwarte gaten (vervolg op okt. 2009) | Dr. Rudy Wijnands |
11-03-10 | Broeikasgassen in de atmosfeer, het klimaat en wij | Prof. dr. Harro A.J. Meijer |
25-03-10 | Kosmologie als precisie wetenschap | Drs. Daan Meerburg |
15-04-10 | Water op Mars | WJ.R. Poos |
29-04-10 | Het ruimteschip 'Aarde' en zijn passagiers | Drs. Jan Hilco Frijlink |
06-05-10 | De eerste sterren | Prof. dr. Kees de Jager |
16-09-10 | Moderne optische telescopen | Prof. dr. J.W. Pel |
30-09-10 | Hoe volledig is ons weten? Van een theorie van alles naar theorieën van meer |
Dr. D. Roorda Dr. P. Slump |
14-10-10 | Het Wish-project: "Water In Star-forming regions with Herschel". De eerste resultaten van de Herschel-telescoop | Dr. Floris van der Tak |
25-11-10 | De tropen in een ijstijd; discrepanties tussen modelstudies en paleo-ecologie | Prof. dr. H. Hooghiemstra |
02-12-10 | Elementaire deeltjes | Ir. J.W. Düthler |
16-12-10 | Het gaat PRIMA met de astronomie in Nederland | Ir. J.R. Nijenhuis |
15-01-2010 De eigenschappen en het ontstaan van ons zonnestelsel
Dr. Rien Dijkstra
In deze lezing wordt ingegaan op de eigenschappen en het ontstaan van ons zonnestelsel. We bekijken het zonnestelsel eerst in vogelvlucht, en stellen de volgende vragen. Hoe ziet het zonnestelsel er nou precies uit? Welke hemellichamen komen er eigenlijk in voor? En wat zijn hun eigenschappen? Door deze vragen te beantwoorden krijgen we niet alleen een goed beeld over hoe het zonnestelsel er vandaag de dag uit ziet, maar ook over hoe het zonnestelsel ontstaan moet zijn. Hier wordt in het tweede deel van de lezing verder op ingegaan.
25-02-2010 Accreterende neutronensterren en zwarte gaten
Dr. Rudy Wijnands, Universiteit van Amsterdam
Download (OneDrive, pdf, 6.3 MB)
Zowel neutronensterren als zwarte gaten zijn overblijfselen van relatief zware sterren (sterren met een beginmassa van meer dan acht keer de massa van onze zon) die aan het einde van hun leven alle beschikbare brandstof hebben opgebruikt. Tijdens mijn lezing zal ik kort uitleggen hoe neutronensterren en zwarte gaten ontstaan en hoe we deze objecten na hun ontstaan kunnen waarnemen. Omdat ongeveer anderhalf keer de massa van onze zon is samengeperst in de grootte van de stad Amsterdam is de materie in neutronensterren erg dicht en dit geeft rare fysische verschijnselen.
Omdat ze zo compact zijn vertonen ze ook sterke zwaartekrachtsvelden waarmee de algemene relativiteitstheorie kan worden getest. Dit geldt zelfs nog meer voor zwarte gaten. Ik zal deze extreme fysische verschijnselen kort behandelen en hoe deze objecten ons begrip van de fysica kunnen vergroten.
Tot slot zal ik bespreken dat veel van deze objecten in zogenaamde dubbelstersystemen zitten: systemen waarin twee sterren om elkaar heen draaien. Als ze dicht genoeg bij elkaar staan kan er materie van de normaal ster worden overgedragen aan de neutronenster of het zwarte gat, hetgeen we accretie noemen. Deze accreterende objecten zijn erg bijzonder en ik zal ze uitvoerig behandelen en ook laten zien dat ze erg belangrijk zijn om verder inzicht te krijgen in de extreme fysica bij dit soort objecten.
11-03-2010 Broeikasgassen in de atmosfeer, het klimaat en wij
Prof. dr. Harro A.J. Meijer, Rijksuniversiteit Groningen
Download (OneDrive, pdf, 3.4 MB)
Het klimaat op aarde is de laatste tientallen jaren veranderd, zoveel is inmiddels wel duidelijk. In onze omgeving is het gemiddeld warmer geworden, maar vooral in het Noordpoolgebied zijn de gevolgen al goed merkbaar.
Deze opwarming wordt door velen in verband gebracht met de menselijke beïnvloeding van de aardse atmosfeer. De voortdurende stijging van de concentraties broeikasgassen in de atmosfeer, vooral van CO 2 , is bij het algemeen publiek langzamerhand wel bekend, evenals bij onze beleidsmakers en politici, die in Kopenhagen onlangs geprobeerd hebben om voor het roemruchte Kyoto-protocol een opvolger te krijgen.
Maar hoe werkt het broeikaseffect nou precies? En hoe komt "het klimaat" van de aarde tot stand? Waarom zijn er ijstijden geweest? En hoe duidelijk is het nu dat "wij" iets te maken hebben met de opwarming van de aarde?
25-03-2010 Kosmologie
Drs. P.D. Meerburg, UvA
Download (OneDrive, pdf, 32.4 MB)
Tot voor kort was kosmologie vooral een theoretische studie; de metingen die werden gedaan waren beperkt en vaak onnauwkeurig. Ondanks de grote fascinatie met de kosmos en de studie van de kosmos onder velen, bleef de discipline hangen in het doen van voorspellingen die niet direct konden worden getoetst. DIt veranderde met de lancering van de COBE satelliet, die als eerste een gehele map heeft kunnen maken van de kosmologische achtergrondstraling; de straling afkomstig van het zeer vroege heelal. In een klap werd de kosmologie een precisie wetenschap, waarin variabelen die het verleden, het heden en de toekomst van heelal beschrijven, met hoge nauwkeurigheid konden worden gemeten. Deze ontwikkeling heeft geleid tot een enorme versnelling in de ontwikkeling van kosmologische theorieën, denk hierbij aan het bestaan van donkere materie en energie en inflatie. In mijn praatje zal ik proberen uit te leggen hoe deze theorieën worden getoetst aan de hand van kosmologische waarneming. Ondanks de snelle ontwikkeling en het beschikbaar komen van verschillende hoge-precisie instrumenten, zijn er nog vele open vragen die geen of een onvolledig antwoord hebben. Ik zal ingaan op mijn eigen onderzoek, waarin met behulp van de huidige en de toekomstige data een aantal van deze vragen hopelijk beantwoord zullen worden.
De lezing van Daan Meerburg is tevens de afsluiting van de Workshop Kosmologie.
15-04-2010 Water op Mars
W.(Wouter) J.R. Poos
Download (OneDrive, pdf, 9.7 MB)
Sinds de eerste foto's in de jaren 70 binnenkwamen van de Vikingsondes die naar Mars vlogen is voor geologen en andere Aardwetenschappers duidelijk dat er ooit water heeft gestroomd op Mars. Dat bleek wel uit de duidelijk herkenbare patronen in het marslandschap die op Aarde altijd voorkomen bij rivieren of ander stromend water. In de afgelopen jaren is met het verder onderzoek dat naar Mars is gedaan nog meer bewijs gevonden dat Mars ooit nat is geweest. De grote vraag nu is: hoe nat? Hoe lang? En waar is het gebleven? Dit is een grote stap naar een van de grote ontdekkingen van onze tijd: leven buiten de Aarde. Op onze eigen planeet is al het leven gebonden aan water. Overal waar water en energie is, is ook leven. In het geval van Mars is het dus van belang het water te volgen. In mijn lezing zal ik de aanwijzingen voor water op Mars langsgaan en antwoord proberen te geven op de drie grote vragen over water op Mars.
29-04-2010 Het ruimteschip 'Aarde' en zijn passagiers
Drs. Jan Hilco Frijlink
Parallellezing
Download (OneDrive, pdf, 11.8 MB)
De aarde, het leven en de mens.
• Het wonder van dat prachtige blauwgroene juweel in de zwarte oneindigheid van het heelal;
• het verschijnen en de ontwikkeling van het leven op onze planeet;
• opkomst, plaats en vooruitzichten van het zoogdier homo sapiens;
• de merkwaardige gewoontes van deze exoot, zoals kleding, domesticatie, taal, culturele evolutie, natuurbescherming;
• de rol die de hond in zijn succes heeft gespeeld;
• zijn invloed op natuur, milieu en klimaat.
Het is het boeiendste verhaal van alle tijden, want het gaat over onze plaats in en ten opzichte van de dierenwereld en de levende natuur in het algemeen.
In het bijzonder de vooruitzichten leveren veel stof tot discussie en speculatie op!
06-05-2010 De eerste sterren in het heelal
Prof. dr. Kees de Jager
De presentatie kunt u terug lezen op de eigen site van prof. De Jager.
De eerste sterren in het heelal ontstonden ruim 13 miljard jaar geleden, vrij kort na de oerknal, in de eerste voorlopers van de melkwegstelsels, die zelf een honderd miljoen jaar daarvoor ontstaan waren. De eerste sterren waren enorme objecten, honderden tot duizend malen zo zwaar als de zon, veel zwaarder dan de sterren die we nu kennen. Waarom ze toen wel en nu niet meer zoveel zwaarder konden zijn, kan uitgelegd worden. Door hun gigantische lichtuitstraling leefden ze niet lang. Aan het eind van hun bestaan gingen ze explosief over in een zwart gat. Die explosies kunnen gezien worden. Recent zijn opnamen verkregen zijn van de eerste sterren.
16-09-2010 Moderne optische telescopen
Prof. dr. J.W. Pel
Download (OneDrive, pdf, 7.1 MB)
In de afgelopen jaren zijn de waarneemmogelijkheden in de optische astronomie revolutionair veranderd. In relatief korte tijd is er een reeks zeer grote telescopen gebouwd met spiegels van 8 tot 10 meter. Ontwerpen voor nog grotere telescopen liggen op de tekentafel. Daarnaast heeft de ontwikkeling van de ruimtevaart het mogelijk gemaakt om telescopen boven de aardse dampkring te brengen. Hierdoor zijn voor het eerst alle golflengtegebieden van het elektromagnetische spectrum toegankelijk geworden.
De spectaculaire prestaties van deze nieuwe telescopen zijn echter niet alleen te danken aan de enorme spiegels, maar vooral aan het samengaan van een aantal technologische doorbraken. Dankzij de enorme rekenkracht van moderne computers, het gebruik van 'active opticts' en 'adaptive optics' technieken, èn door de beschikbaarheid van veel betere detectoren is er een geweldige sprong gemaakt in gevoeligheid en beeldscherpte.
Al deze nieuwe technieken hebben niet alleen een totaal nieuw soort telescopen mogelijk gemaakt, maar ook een nieuwe generatie van meetinstrumenten achter die telescopen. Nederland is nauw betrokken bij de bouw van die instrumenten.
De voordracht geeft een overzicht van de recente ontwikkelingen op het gebied van optische telescopen en instrumenten en van de rol die Nederland daarin speelt.
Professor Jan-Willem Pel is wetenschappelijk medewerker bij het Kapteyn Instituut en hoogleraar aan de RUG.
30-09-2010 Hoe volledig is ons weten? Van een theorie van alles naar theorieën van meer
Dr. Dirk Roorda, dr. Pier Slump
Parallellezing
De volgende pdf's zijn beschikbaar:
- Presentatie (die van Pier en Dirk in één document)
- Begeleidende tekst (Dirk)
- Gödel en het einde van de fysica (Pier)
De lezing over de grenzen van onze kennis is opgedeeld in twee stukken.
In het eerste deel zal Pier Slump de kaders behandelen van onze kennis. Hij zal een kort overzicht geven van de groei van de exacte wetenschappen en het voortdurend opbotsen tegen de grenzen daarvan. Het gaat daarbij over de crisis in de wiskunde in het begin van de vorige eeuw, de steeds weer haperende maar toch gestaag groeiende fysica ontwikkelingen en de voorlopigheid en eindigheid daarvan. Bekende namen hierin zijn: Gödel, Tarski, Einstein, Bohr, Popper en Hawking.
In het tweede deel zal Dirk Roorda meer openheid aanbieden. Hij gaat in op verschillende niveaus in het denken (en het fnuikende van reductionisme). Hij zal verrassende zaken ontvouwen als gelijktijdig meerdere paradigma's mogelijk zijn. In plaats van het zoeken naar één universele theorie waar alles in past bieden meerdere theorieën naast elkaar meer mogelijkheden.
14-10-2010 Herschel - WISH
Dr. Floris van der Tak
Download (OneDrive, pdf, 5.2 MB)
ESA's ruimtetelescoop Herschel werkt nu bijna anderhalf jaar aan het beantwoorden van een van de grote onopgeloste vragen van de moderne sterrenkunde: hoe worden nieuwe sterren precies geboren? Bekend is dat dit proces in dichte donkere gaswolken plaatsvindt, waar gewone (optische) telescopen niet naar binnen kunnen kijken. Dit kan wel met Herschel, die in het ver-infrarood opereert, en de eerste resultaten zijn fascinerend. Met het Nederlandse instrument HIFI ontdekten sterrenkundigen dat de hoeveelheid water in dichte donkere wolken sterk varieert, niet alleen van wolk tot wolk, maar ook binnen wolken. En 'en passant' ontdekten zij ook nog twee nieuwe vormen van water. De lezing zal uit de doeken doen wat het belang is van deze en andere ontdekkingen van de Herschel-telescoop.
Zie ook de webpagina van het WISH-project.
25-11-2010 De tropen in een ijstijd; discrepanties tussen modelstudies en paleo-ecologie
Prof. dr. H. Hooghiemstra (UvA)
De dynamiek van tropische ecosystemen tijdens een ijstijdcyclus verschilt aanzienlijk van de ons beter bekende veranderingen in de gematigde streken. Discussies over de invloed van Global Change zijn teveel Europa-Noord Amerika gecentreerd. Klimatologen werken met de grootheid "wereld gemiddelde temperatuur". Bij de vertaling van modelresultaten naar effecten op uiteenlopende ecosystemen, van arctische tot tropische, blijkt dat enige paleo-ecologische kennis nodig is om de juiste conclusies te trekken en met de output van modelstudies een bruikbaar scenario voor de toekomst te maken.
02-12-2010 Elementaire deeltjes
Ir. Jan-Willem Düthler
Parallellezing
In de aanloop naar de "dierentuin" van deeltjes in de wonderlijke subatomaire wereld doorlopen we in vogelvlucht de tijdpaden van materie, straling en beweging tot omstreeks 1900. We schakelen vervolgens van de klassieke fysica over naar een hogere versnelling en passeren enkele grondslagen van de kwantumtheorie. Inzicht in de fundamenten daarvan is essentieel om kosmische verschijnselen goed te kunnen begrijpen en om de poort te betreden naar de tuin van (elementaire) deeltjes: de start van een ontdekkingsreis naar de componenten van het Standaardmodel van de deeltjesfysica.
Enkele kernwoorden: E = mc2, quarks, neutrino's, antimaterie, dualiteit, symmetrie, Higgsdeeltje.
16-12-2010 Het gaat PRIMA met de astronomie in Nederland
J.R. Nijenhuis (Systeem ingenieur TNO I&T)
De Europesche astronomische organisatie ESO heeft in Chili vier 8m telescopen staan in het Andes gebergte. Daarmee kunnen opnamen gemaakt worden die tot voor kort alleen voorbehouden waren aan bijvoorbeeld een ruimtetelescoop. Dat is mogelijk geworden door de toepassing van interferometrie, waarmee beelden verkregen kunnen worden als betrof het een telescoop van meer dan 100m doorsnede. De toevoeging van de PRIMA-faciliteit maakt het mogelijk om nu ook veel licht zwakkere objecten te kunnen detecteren. Denk daarbij o.a. aan exo-planeten. In feite stelt PRIMA, en de star separators in het bijzonder, de astronoom in staat om tegelijk met twee ogen naar de hemel te kijken. Het ene oog kijkt dan naar een heldere referentiester en maakt interferometrie mogelijk terwijl het andere oog naar een lichtzwak object kijkt wat zichtbaar is geworden dankzij dit feit.
Op zich is dat nog niet voldoende. Ook het gebruik van adaptieve optiek speelt een belangrijke rol. Daarnaast zijn er ook nog vier kleinere telescopen waarmee de positie van sterren nauwkeurig bepaald wordt. Ook daar speelt PRIMA een rol. Tijdens de lezing zal de samenhang tussen dit alles worden uitgelegd en worden geïllustreerd met foto's gemaakt tijdens een bezoek van ondergetekende aan het observatorium.
Nederland heeft belangrijke bijdragen geleverd in de realisatie van PRIMA. TNO heeft de star separators ontwikkeld voor zowel de vier grote als de vier kleine telescopen. Hoe deze instrumenten werken zal u uitgelegd worden in zoveel detail als u dat wilt. Ondergetekende had voor het ontwerp en de realisatie van de instrumenten de technische verantwoordelijkheid.
Bent u geïnteresseerd in de werking van het observatorium en PRIMA in het bijzonder dan mag u deze lezing niet missen.